De 10 geboden van valbeveiliging
1. Bij valgevaar moet u valbeveiliging gebruiken
Bij het uitvoeren van taken met een risico op vallen of 2 meter door een verticale val op een vlakke werkplek, MOET u valbeschermingsmiddelen gebruiken.
2. U moet elke werkopdracht beoordelen
Houd bij het inrichten van uw werkzaamheden met valbeveiligingsmiddelen rekening met eventuele fysieke of mentale belasting, ongemakken enz. die verband houden met het gebruik van de middelen.
3. Het ankerpunt moet een weerstand van 1200 kg kunnen weerstaan
Het moet zoveel mogelijk boven hoofdhoogte worden opgesteld.
4. Bij het berekenen van de vallengte moet u rekening houden met uw eigen lengte.
Bij het gebruik van stoppers is het belangrijk om de vereiste vrije ruimte te berekenen. Raadpleeg voor meer informatie over de vrije ruimte vanaf de grond de gebruikershandleiding van het product.
5. Begeleiding en testen. Een vereiste voordat u de middelen gebruikt
Valbeveiliging is een product van klasse 3. Dit betekent dat oneigenlijk gebruik kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel of in het ergste geval de dood. Grondige begeleiding en testen voor gebruik is daarom een vereiste, en het hoogste management van een bedrijf is verantwoordelijk voor de begeleiding die wordt geïmplementeerd.
6. Het is gevaarlijk om in een harnas te hangen – maak daarom een evacuatieplan
Bij gebruik van valbeveiliging is het wettelijk verplicht dat er een reddings- en evacuatieplan is opgesteld. Dit plan is om ervoor te zorgen dat een persoon die is gevallen en nu in zijn valbeschermingsuitrusting hangt, snel kan worden gered of neergelaten, waardoor hangtrauma wordt voorkomen. Hangtrauma kan in minder dan ½ uur bloedstolsels veroorzaken.
7. Controleer uw gewicht aan de hand van de specificaties van de uitrusting
Het maximale gebruikersgewicht voor valbeveiliging kan variëren – raadpleeg daarom de gebruikershandleiding van het product voor meer informatie over het gebruikersgewicht.
8. U moet de uitrusting registreren voordat u deze voor het eerst gebruikt
Er moet een logboek van de uitrusting worden bijgehouden en de datum van eerste gebruik, het serienummer en de productiedatum moeten worden genoteerd.
9. Na een val moet u de uitrusting direct ter inspectie opsturen
Na een val mag de uitrusting niet meer worden gebruikt. Harnassen en producten met webbing of touw moeten worden weggegooid en grote blokken draad moeten naar een geautoriseerde servicewerkplaats worden gestuurd.
10. U moet de apparatuur minimaal één keer per jaar ter keuring opsturen
Valbeveiligingsapparatuur moet minstens één keer per jaar worden geïnspecteerd door een getrainde, bekwame persoon. De persoon dient een geldig certificaat te kunnen overleggen waaruit de status van "Competent Persoon met betrekking tot visuele controle valbeveiliging" blijkt.