Filtertypes

Kies het juiste filter en geef uzelf de best mogelijke bescherming.

   

Kies het juiste filter

   

  

Het is essentieel om voor elke taak het juiste filter te hebben.

  • Deeltjesfilters bieden geen bescherming tegen gassen en dampen.
  • Gas-/dampfilters bieden geen bescherming tegen deeltjes.

Deeltjesfilter - wat is het?


Deeltjes (P) kunnen rookdeeltjes, stof, vloeibare nevel of micro-organismen zoals bacteriën of virussen zijn. Deeltjesfilters verwijderen vaste en vloeibare deeltjes uit de lucht die door de filters wordt gezogen. De luchtweerstand en daarmee de efficiëntie van het filter neemt toe naarmate het aantal deeltjes toeneemt.

Er zijn drie soorten deeltjesfilters:

  • P1 = laagste efficiëntiegraad
  • P2 = middelste efficiëntiegraad
  • P3 = hoogste efficiëntiegraad

Levensduur deeltjesfilter

Wanneer de weerstand tegen ademhalen onaangenaam hoog wordt, geeft dit meestal aan dat het filter moet worden vervangen. Houd daarom altijd extra filters op voorraad.


  

Gas-/dampfilter - wat is het?


Gas-/dampfilters beschermen tegen de meeste giftige dampen, evenals tegen organische, anorganische en zure gassen, enz.. Het type chemische stof waarmee u werkt, is van cruciaal belang bij het kiezen van filterklassen – en -typen.

  

Er zijn drie filterklassen:

  • Klasse 1 = lage capaciteit
  • Klasse 2 = gemiddelde capaciteit
  • Klasse 3 = hoge capaciteit

   

Er zijn zes verschillende filtertypes:

   

   

A

Beschermt tegen dampen en gassen van organische oplosmiddelen met een kookpunt
boven de 65 °C, bijv. VM&P nafta en tolueen. Filtertype A heeft een bruine kleurcode.

  

 AX

Beschermt tegen dampen en gassen van organische oplosmiddelen met een kookpunt gelijk aan of lager dan 65 ˚C. Filter type AX is slechts in één klasse leverbaar. AX zijn filters voor eenmalig gebruik die moeten worden weggegooid op dezelfde dag dat ze worden gebruikt. Filtertype AX heeft een bruine kleurcode.

  

A

+ formaldehyde

Beschermt tegen organische dampen van stoffen met een kookpunt boven de 65 °C, zoals gespecificeerd door de fabrikant, evenals formaldehyde.

   

B

Beschermt tegen anorganische gassen en dampen, bijvoorbeeld chloor, waterstofsulfide en blauwzuur. Filtertype B heeft een grijze kleurcode.

   

 E

Beschermt tegen zure gassen, bijv. zwaveldioxide. Filtertype E heeft een gele kleurcode.

    

K

Beschermt tegen dampen en gassen van ammoniak en bepaalde aminen. Filtertype K heeft een groene kleurcode.

    

 HgP3

eschermt tegen dampen en gassen van kwik en tegen deeltjes. Hg-P3-filters hebben een rood/witte kleurcode.

   

  

Filters voor verschillende gassen en dampen en combinaties van deeltjes en gassen hebben kleurcodes voor elk type.

  

  

  

   

Actieve kool

Gas-/dampfilters bevatten actieve kool in de vorm van koolstofkorrels van enkele millimeters groot. De koolstofkorrels zijn poreus met een zeer groot inwendig oppervlak waaraan de gassen en dampen kunnen worden gebonden. Niet alle gassen en dampen kunnen echter voldoende stevig aan het oppervlak van de koolstof worden gebonden, en daarom bevatten sommige filtertypes actieve kool die is geïmpregneerd met chemicaliën die de gasvormige/dampvormige verontreinigingen kunnen binden of omzetten. De filtertypes A en AX bevatten alleen gewone pure actieve kool. De filters met het label B, E en HgP3 bevatten geïmpregneerde actieve kool.  

    

  

   

Levensduur van gas-/dampfilters

De levensduur van een gas-/dampfilter is afhankelijk van meerdere factoren. Waartegen beschermt het? Wat is het volume gas/damp in de lucht? Wat is het luchtverbruik van de gebruiker? Wat is de luchtvochtigheid?


Deze factoren zijn zelden met zekerheid bekend en kunnen ook tijdens het gebruik variëren, waardoor de levensduur van een filter meestal niet vooraf kan worden berekend. In plaats daarvan kunt u om te beginnen uw reukvermogen als waarschuwing gebruiken. Als u kunt ruiken – of proeven – waar u mee werkt, beschermt het filter niet meer.

  

Hier ziet u hoe u een filtervervangingsschema maakt:

Als u een nieuw filter gaat gebruiken, let dan op hoe lang het duurt voordat u iets door het filter heen ruikt. U kunt het filter bijvoorbeeld de ene dag één uur gebruiken, de volgende dag drie uur, de derde dag twee uur enz. Als uit deze proef blijkt dat het filter bijvoorbeeld 16 uur meegaat, moet u in uw schema opnemen dat het filter na 12 uur gebruik moet worden vervangen. Op die manier voegt u een geschikte veiligheidsmarge van 25% toe. Als u voor die tijd toch iets ruikt, moet het filter natuurlijk meteen worden vervangen!


   

Back to Top